De Zweedse Wetenschapsjournalist Karin Bojs volgt de genetische lijnen van haar familie tot 54.000 jaar terug. Zij gaat dus veel verder terug dan regulier voorouderonderzoek. Het resultaat is een van de allerleukste boeken over de prehistorie.
Bojs begint met de resultaten van een DNA-onderzoek dat op haar genetisch materiaal in IJsland is uitgevoerd. Net als bij iedereen zit daar een stukje Neanderthaler-DNA in. Aan de hand daarvan stelt zij zich voor hoe een jonge vrouw ergens in Israël ver voor onze jaartelling een korte ontmoeting heeft met een neanderthaler. Vanaf dat punt legt zij uit hoe tal van migratiebewegingen de Europese samenleving gevormd hebben en hoe de oorsprong nog terug te vinden is in ons DNA. In toegankelijke taal legt zij onder andere uit hoe het zit met de komst van homo sapiens sapiens in Europa, de ijstijden, de overstroming van Doggerland en de verdwijning van jagers en verzamelaars. Zij spreekt daarbij toonaangevende wetenschappers en bezoekt unieke vindplaatsen. Het geheel is afwisselend en meeslepend.
Bojs schrijft beeldend
Ik geef direct toe dat ik een verwende lezer ben als het gaat om de prehistorie; ik lees bijna alles waar ik mijn hand op kan leggen. Niet alleen in bibliotheek en boekwinkel, maar ook via internet en sociale media. Daarom durf ik te stellen dat ik best wel wat weet van de materie. Desondanks boeit ‘Mijn Europese familie’ mij van begin tot eind. Zelfs de dingen die ik al weet brengt zij zo beeldend, dat ik het boek amper weg kan leggen. En natuurlijk schrijft zij ook over onderwerpen die nieuw voor mij zijn. Dat geldt vooral voor specifiek Zweedse en Scandinavische geschiedenissen, bijvoorbeeld over Lapland of over prehistorische nederzettingen aan de Oostzee.
Anders
Bojs onderscheidt zich van andere wetenschappers en schrijvers door een persoonlijke invalshoek te hanteren en niet bang te zijn om af en toe haar fantasie te gebruiken. Daarnaast stapt zij nergens in de valkuil waar veel van haar collegae intrappen; door bij gebrek aan concreet bewijs vooral over de archeologen en hun onderzoeken te vertellen in plaats van over de onderwerpen van het onderzoek zelf. Bij Bojs zijn de onderzoekers slechts nuttige figuranten. Haar verhaal blijft het verhaal van de kolonisatie van Europa en de ontwikkeling van de Europese bevolking. Zij slaagt er zelfs in om de nadruk bij de prehistorie te houden – procentueel veruit het grootste deel van onze geschiedenis. Ook dat doen weinig schrijvers haar na. Een gemiddeld boek over de geschiedenis van de mensheid is na een paar pagina’s al bij de bronstijd. Bojs blijft grotendeels bij de prehistorie zonder een moment te vervelen. Knap gedaan!
De minpuntjes van Bojs
Zijn er dan geen minpuntjes? Na lang nadenken kom ik op twee: Het eerste is dat het naar het einde toe wel erg Zweeds wordt. Dat is natuurlijk niet zo gek, want Bojs komt zelf uit dat land en volgt de lijnen van haar eigen familie. Of eigenlijk: Haar eigen DNA. Het tweede minpunt is namelijk dat ze niet echt de lijnen van haar familie volgt, maar de lijnen van haar DNA. Het betreft dus een veel grotere groep mensen dan de titel suggereert. Het gaat eigenlijk om volkeren. Pas in de laatste hoofdstukken grijpt ze terug op genealogisch onderzoek dat iets duidelijk kan maken over de meest recente voorouders. En dan is het eigenlijk al te laat. Consequenter was wellicht geweest om het ook hier bij het algemene verhaal van het DNA te houden. Inhoudelijk vind ik dat niet erg, maar een andere titel had wellicht meer eer aan de inhoud van dit prachtige boek gedaan.
Doe genealogisch onderzoek als Bojs
Ben je door het boek van Bojs geïnteresseerd geraakt in je eigen familiegeschiedenis? Dan is het goede nieuws dat ook jij onderzoek kan (laten) doen. Er bestaan tal van mogelijkheden om te beginnen. Hieronder vind je een paar links naar mogelijke startpunten:
Karin Bojs; Mijn Europese familie, de laatste 54000 jaar. Atheneum – Polak & Van Gennep 2017. 456 Pagina’s. ISBN 978-90-253-0280-1.
1 Pingback