Dolm

Menhir. Groot, klein of kapot. Deze stenen bestaan in allerlei soorten

Soms staat een menhir eenzaam als een toren in het landschap. In andere gevallen zie je enorme hoeveelheden gegroepeerd op velden. In Frankrijk heb ik flink wat menhirs gezien. Vooral in Bretagne. Een verslag. 

Obelix introduceerde de menhir bij mij. Toen ik vele jaren geleden voor het eerst in Bretagne was, wilde ik er dankzij de Galliër best wel één zien. Het was in het noorden van de streek. Ik moest even zoeken. Toen stond hij daar. Ik was geïmponeerd. Een metershoog geheimzinnig statement waar de betekenis mij volledig van ontging. Daar wilde ik meer van zien. Het voornemen ontstond om naar het zuiden te reizen. Daar staan de meesten. Twee jaar later is het zo ver. Ik nader Carnac. Deze plaats ademt menhirs.

Carnac

De duizenden menhirs van Carnac staan keurig in lijnen opgesteld, verdeeld over vier grote groepen; Menec, Kermario, Kerlescan en Keserho. De grootste stenen staan aan kop. De kleintjes volgen in lijn. Af en toe staan kleine exemplaren aaneengeschakeld als muurtjes ter afscherming van het veld. Hier en daar staat een hunebed of dolmen. Hedendaagse hekjes staan er ook. In het laagseizoen kunnen ze open, daarbuiten niet. Toeristen krijgen de mogelijkheid om tegen betaling met een treintje langs de hekjes te rijden en zo het geheel overzien. Kijken kan ook vanaf het dak van het bezoekerscentrum. Binnen kunnen geïnteresseerden meer het detail opzoeken door tentoonstellingen te bekijken en merchandise te kopen. IMG_1983

De weg door het veld vol menhirs

Menhirs aanraken en ertussendoor lopen kan ook, maar niet Carnac. Er zijn kleinere velden, onder andere in Sainte-Barbe en Plouharnel. Mijn favoriet is het veld bij Kerzerho; prachtige grote stenen waar je dichtbij kan komen. Ernaast bevindt zich een rustige parkeerplaats. Die is goed bereikbaar, want de weg loopt dwars door het menhirveld. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er – misschien al honderden jaren geleden – ooit stenen zijn geruimd omwille van het verkeer. Vroeger was er namelijk niet zo veel interesse voor de stenen. Niemand nam de moeite om de gevallen exemplaren recht te zetten. Waardering ontstond pas in de 18e Eeuw.

IMG_2013

Ondanks al die jaren van studie weten we nog steeds niet waarom de stenen zijn opgericht. Dat raadsel maakt de stenen nog mooier en zo’n weg is een prachtige metafoor voor het contrast tussen de magisch ogende menhirs en het praktisch realisme van de moderne tijd: Auto en menhir flitsen aan elkaar voorbij zonder contact te maken. De een heeft een functie, de ander niet meer. De menhir bestaat langer en zal langer blijven bestaan; steen is nuttelozer, sterker en geduldiger dan staal.

Meer menhirs

Ook mooi vond ik de stenen op kleine veld van Saint-Pierre-Quiberon. Wat mij hier trof waren de grillige vormen. Ik kreeg haast het gevoel dat iedere menhir een bijzonder individu was met een eigen karakter. Onzin natuurlijk, maar wel een heerlijk extra schepje bovenop de magische uitstraling van de stenen.

IMG_2196

Gebroken menhir

Ooit was Le Grand Menhir bij Locmariaquer 21 meter hoog en 350 ton zwaar. Waarschijnlijk was hij de grootste ter wereld. Als een baken torende hij boven het landschap uit, zichtbaar vanaf de belangrijkste menhirvelden en een flink deel van de Golf van Morbihan. Het transport, de bewerking en de oprichting waren prestaties van formaat die samenwerking en vernuft eisten. Le Grand Menhir stond niet alleen, maar maakte deel uit van een rij megalieten. Mogelijk was er sprake van grote geloofsijver, een soort van beeldenstorm, of anders was het heel misschien een blikseminslag. Gevolg was in ieder geval dat de steen aan het eind van het neolithicum in vijf stukken uiteen viel, waarvan er vier nog vandaag de dag tegen betaling zichtbaar zijn. Het aangezicht is nog steeds indrukwekkend, maar als toeschouwer vraag ik me af hoe het ding er in zijn hoogtijdagen uitzag.

Verminkte menhir

Minder heftig, maar wel duidelijker traceerbaar zijn de beschadiging van twee menhirs naast de kerk van van het nabijgelegen plaatsje Rondossec; ze zijn compleet ongeschikt gemaakt voor elke godin- of vooroudercultus en geïntegreerd in een christelijk landschap. Als ik niet beter wist, zou ik zweren dat de stenen pas na Christus een religieuze functie hadden gekregen. Dat is waarschijnlijk ook precies wat de beeldhouwer beoogde.

De grootste menhir van Zuid-West Frankrijk

De omgeving van Saint-Emilion: De menhir van Pierrefite staat in het plaatsje Saint-Sulpice de Faleyrans. Het ding is enorm  en staat vlak langs een drukke weg. Toch zie ik hem niet als ik kom aanrijden uit de richting Libourne, want struiken en bomen versperren het zicht erop. Des te groter is de verassing als de monoliet zich na het keren van de wagen in zijn volle glorie openbaart.

De afmetingen: 5.20 meter hoog, 3.00 meter breed en 1.50 meter dik. Hij weegt ongeveer 50 ton. De grootste menhir van Zuid-West Frankrijk is zichtbaar in de wijde omgeving tot een afstand van twee en een halve kilometer, behalve achter de bomen dus.

De steen is opgericht rond 2500 voor Christus. Interessant zijn de versmalling aan de basis en de gaten die zich daar bevinden. Het begeleidende bord vermeldt dat dit het gevolg is van bewerking in de Middeleeuwen. Zouden ze bij wijze van offer die verrukkelijke wijn erin gegooid hebben?

Tot slot: voorbij Obelix

Inmiddels gaat mijn belangstellingen voor menhirs en andere stenen ver voorbij Obelix. Ik weet inmiddels dat deze Gallische krachtpatser geen menhirmaker kan zijn; hij leefde duizenden jaren na de oprichting van de menhirs. Daarbij heb ik geleerd dat Frankrijk veel moois heeft te bieden uit de tijd van de menhir. Alleen de hunebedden in Frankrijk en de grafheuvels van Bougon zijn al prachtig. Een bezoekje kan ik van harte aanraden.

Next Post

Previous Post

© 2024 Dolm

Theme by Anders Norén