Genoeg hunebedden op Møn! En mooi zijn ze ook. Prachtig zelfs. Dit dunbevolkte eiland aan de zuidkust van Denemarken biedt een grote concentratie grafheuvels en dolmens die dicht bij elkaar liggen.
De eerste Hunebedden op Møn
Het is de laatste week van de zomervakantie. Ik rijd langzaam en tuur om mij heen. Het weggetje door het glooiende landschap is smal. Er is amper ander verkeer. De meeste toeristen zijn blijkbaar al vertrokken. Bij een klein bol heuveltje staan bordjes. Dit is de plek die ik zoek; Kong Asgers Høj. Omdat ik een soort van Drents hunebed verwacht, ben ik verrast. De stenen liggen nog onder het zand! Deze grafheuvel stamt net als onze hunebedden uit de late steentijd en is maximaal 5000 jaar oud.
Kong Asgers Høj
Het hek voor de toegang staat open. De onderaardse gang naar de grafkamer is tien meter lang. Als ik me buk kan ik erdoor lopen. Langzaam verdwijnt alle licht. Ik was onvoorbereid en red me na een paar meter met het licht van de flitser van mijn fototoestel en met de mobiele telefoon. Zo bereik ik de grafkamer die dwars op de gang staat. Hij is iets hoger dan de gang. Staan lukt niet. De binnenlengte is tien meter, de breedte twee. Hier is het donker als het onderaardse. Het voelt alsof ik een tocht naar het dodenrijk heb gemaakt.
Weer buiten blijken meer toeristen op het bouwwerk te zijn afgekomen; er staat een auto naast de mijne, kinderen stappen uit en rennen het heuveltje op. Als ik dat later ook doe, kijk ik uit over een vredig akkerbouwlandschap. Ik zie de zee en er staat een stevige wind.
Sprovedyssen
Honderd meter verder ligt Sprovedyssen. Dat ziet er meer vertrouwd uit, want de schikking van kale stenen lijkt sterk op die van onze hunebedden. Het betreft een restauratie. De stenen zijn deskundig herstapeld. Het bouwwerk staat midden in een kring van 35 stenen. Ook mooi, minder duisternis, meer licht en lucht. Het is dit bouwwerk dat ik ga schilderen. Ik kies in eerste instantie voor een realistische benadering en laat de kleuren van het landschap terugkomen. Als ik het resultaat bekijk, denk ik terug aan het geel en groen dat een zomer lang wuifde in de wind. Het statische grijs houdt daarentegen nog steeds stand gedurende duizenden jaren. Een confrontatie van het vluchtige met het eeuwige. Dat thema werk ik nog verder uit op een meer gestileerde manier. Dynamische golvend groen en geel staat hieronder nog harder tegen statisch rond grijs.
Nog meer Hunebedden op Møn
Het begin was veelbelovend. Meer neolitisch spektakel volgt.
Klekkende Høj
Er is een kleine parkeerplaats. Vanaf daar moet ik vijf minuten lopen door een graanveld om bij de grafheuvel te komen. Opvallend zijn het terras en de dubbele ingang.
Beide toegangen zijn te klein om gebukt doorheen te kunnen. Dit is niets voor mensen met claustrofobie. Als je erin wilt, moet je het duister intijgeren. Twee keer, want de ene gang heeft een grafkamer naar links en de andere heeft er een naar rechts. Er is geen verbinding. De kamers zijn iets hoger dan de tunnels. Dat geeft nog een beetje lucht.
Op de terugweg kijk ik beter om heen dan tijdens de heenweg. Op het bord bij de heuvel stond dat er in de onmiddelijke omgeving veel artefacten zijn gevonden en bewijzen van vroege landbouw. Vlak bij de parkeerplaats bevindt zich een kraterachtige verdieping in het landschap waar water in staat. Is dat het moerasje waar archeologen volgens het bord ritueel geofferd gereedschap hebben gevonden?
Den Hvide Sten
Dat is pas een langgraf; 100 meter met drie grafkuilen. Twee open en een afgedekt met een grote witte steen. In Nederland hebben we de Schimmeres vlakbij Emmen, maar die is veel kleiner. De Schimmeres is ook niet echt een langgraf, maar meer een constructie van twee reguliere hunebedden met een rechthoek van stenen eromheen.
Dit is anders. Het lijkt op een dijk. Als ik aan kom lopen wil ik erop klimmen en lopen. En dan weer terug. En links erlangs en rechts erlangs. Wat een gigantisch object. Ik blijf lopen en me verwonderen. Als ik er bovenop sta kijk ik voorzichtig de kuilen in en vraag ik me af of er niet nog veel meer in dit lint van zand en stenen verstopt is dan deze drie gaten. Met zo’n omvang kan ik me haast niet anders voorstellen. De witte steen heeft volgens het begeleidende bord een speciale betekenis. Iets magisch. Zoveel geheimzinnige eigenaardigheid maakt van dit bouwwerk – net als de andere hunebedden op Møn – een echte Neolithische topper.