In het paradijs leefden onze voorouders onbewust van hun naaktheid in harmonie met de natuur. Van milieuvervuiling was nog geen sprake. Laat staan van kapitalisme, smartphones of kruisraketten. Nu de schaduwkanten van de beschaving steeds duidelijker zichtbaar worden, stellen meerdere denkers zich de vraag of we nog terug kunnen. Het antwoord is niet eenvoudig.
Wat is het paradijs?
Strikt genomen is het Paradijs een religieus begrip. De Joodse, Islamitische en Christelijke tradities zien het als een oord van overvloed, zonder ziekte, dood of rampspoed. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is het aards paradijs. Dit is de Hof van Eden, de ommuurde tuin waar Adam en Eva leefden. Hoe dat afliep weten we allemaal: God heeft hen verbannen nadat zij van de verboden vrucht hadden gegeten en zich plots van hun naaktheid bewust werden. Vanaf toen moesten ze werken voor de kost, in het zweet des aanschijns.
Meerdere paradijzen
Iemand die tijdens zijn vakantie over een tropisch strand loopt zegt al snel dat hij in een paradijselijk oord is. En er is ook een hemels paradijs dat religieuze mensen na hun dood te wachten staat. Het begrip is dus voor meerdere uitleg vatbaar. Dat maakt het moeilijk om de vraag te beantwoorden of terugkeer nog mogelijk is naar het paradijs. Als je het een theoloog vraagt, vertelt hij je dat terugkeer niet meer mogelijk is na de zondeval. Anderen zijn optimistischer en hanteren een minder rigide definitie van het begrip ‘paradijs’. Een vliegticket biedt voor hen uitkomst.
Waar ligt Eden?
Het paradijs is de plek waar de eerste mensen leefden. Voor de een is dat een concrete plek en voor de ander een mythisch begrip. Het is maar net wat je geloofsovertuiging is en hoeveel waarde je hecht aan wetenschappelijke inzichten. Waar religieuze geschriften geen bruikbare topografische aanwijzingen geven, doen wetenschappers dat wel. Gevonden stenen werktuigen en menselijke botten duiden erop dat de eerste mensen in Afrika leefden. De vraag is echter of dat ooit een paradijselijk oord is geweest.
De schaduwkant van het Paradijs
Voor onze vroegste voorouders moet de aarde een even magische als bedreigende plek zijn geweest; woeste roofdieren, geheimzinnige ziektes en onverklaarbare natuurverschijnselen hadden doorslaggevende invloed op het dagelijks leven. Alleen al de geboorte van een kind bracht de grootst mogelijk onzekerheden met zich mee; het was geenszins zeker dat moeder en kind een bevalling konden overleven. Oermoeders leverden buitengewone prestaties die alleen dankzij samenwerking en solidariteit behaald konden worden, bijvoorbeeld tijdens het herstel na de bevalling, de zorg voor zuigelingen en de verdere opvoeding. In dat opzicht werd de aap in ons al snel voor een deel overwonnen, mede dankzij de ontwikkeling van onze taal.
De zonnige kant van het Paradijs
Maar er was meer dan alleen ellende in de oertijd. Die paradijselijke overvloed waar de bijbel over spreekt, zien we deels terug in het beeld dat uit de wetenschap naar voren komt. Jagen en verzamelen is een aantrekkelijke levenswijze die minder arbeid vereist dan een zwoegend agrarisch bestaan. Bovendien levert het gezonder voedsel op. Geen wonder dus dat velen de loftrompet blazen over het paleodieet. Je zou zelfs kunnen denken dat de verboden vrucht symbool staat voor de kennis van landbouw; die heeft er namelijk voor gezorgd dat mensen moesten gaan werken. Inderdaad; in het zweet des aanschijns.
Verstedelijking, geld en spullen
Daarbij kent onze moderne tijd verschijnselen waarvan velen de afwezigheid als een goede stap in de richting van het paradijs zouden zien. Denk daarbij onder andere aan milieuverontreiniging, ontbossing, kapitalisme, stress, de informatie overflow en geavanceerde wapens. Tegenwoordig hechten we daarom veel waarde aan oerbossen. Talloze consumenten proberen te ontspullen en een enkeling leeft zelfs met zo min mogelijk geld. Meerdere auteurs beschrijven in het verlengde daarvan openlijk hun oertijdnostalgie. Zij voelen zich misplaatst in de moderne samenleving en vragen zich af of mensen daar überhaupt wel geschikt voor zijn.
Rupsen en vlinders
In het boek De vlinderbeschaving pleit Jimmy Hardeveld voor een terugkeer naar het paradijs. In zijn visie gedraagt de mensheid zich nu voor het grootste deel als Rupsje Nooitgenoeg, het hoofdpersonage uit het wereldberoemde kinderboek, dat ongeremd en niets ontziend alles opeet. Hij ziet parallellen met het consumentisme en de uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen. Vandaar dat de begrippen rups- en vlinderbeschaving introduceert. De eerste vernietigt en de tweede creëert. Met zijn Edenisme wil hij een blauwdruk leveren voor een vredelievend paradijs, bevolkt met vlindermensen.
Terug naar het Paradijs
Blijft de vraag: Kunnen we terug naar het Paradijs? Het antwoord zit vol wedervragen en nuanceringen. De belangrijkste zijn: Wat is het Paradijs? Kun je de zondeval – of de introductie van de landbouw – terugdraaien? En moet je dat willen? In de discussie en de bezwaren kun je lang blijven hangen zonder een stap dichter bij het Paradijs of de Hof van Eden te komen. Vandaar dit advies: Richt je op de kleine stappen. Kijk zelf wat je kunt doen om deze planeet schoner en vrediger te maken. Koop minder en bewuster. Let op de herkomst van je voedsel. Werk minder. Neem geen smartphone, maar een dumbphone. Reis klimaatneutraal of eet minder vlees. En denk na over wat je nog meer kunt doen. Alleen op die manier komt de vlinderbeschaving binnen bereik.