Valentijnsdag is een dag waarop liefde wereldwijd centraal staat. Je kunt een anonieme kaart sturen naar iemand waar je stiekem verliefd op bent of een cadeautje geven aan iemand die allang op de hoogte is van jouw gevoelens. Het hoeft tegenwoordig niet eens meer om een romantische liefde te gaan; iedere vorm van liefde is goed. Maar waarom doen we dat juist op 14 februari? Geloof het of niet, maar de redenen liggen verborgen in de oudheid.
De liefde is al zo oud als het Paradijs. Onze oermoeders en oervaders werden al verliefd op elkaar. Maar ze stuurden elkaar geen kaartje aan het einde van de winter. Ze hadden vast andere festiviteiten of gebruiken, maar daar weten we niets meer van.
14 Februari: Lupercalia
Valentijnsdag vindt naar alle waarschijnlijkheid zijn oorsprong in het oude Rome. Daar vond rond 14 februari een vruchtbaarheidsfestival plaats met de naam Lupercalia. Het was bedoeld om bescherming te bieden tegen kwade geesten en om de vruchtbaarheid te stimuleren. De rituelen omvatten onder andere het loten van partners. Op die manier werden jonge mannen en vrouwen willekeurig aan elkaar gekoppeld en konden ze elkaar tijdens het feesten beter leren kennen.
De link naar de heilige Valentinus komt uit de vroege christelijke geschiedenis. Volgens de overlevering was hij een priester in Rome die tegen de orders van keizer Claudius II in huwelijken voltrok. De keizer had dat verboden, omdat hij dacht dat ongehuwde mannen betere soldaten waren. Valentinus kwam in de gevangenis en werd ter dood gebracht op 14 februari van het jaar 273. Het verhaal gaat dat hij op die dag met een briefje zijn liefde bekende aan de dochter van zijn cipier. In de vijfde eeuw riep paus Gelasius I 14 februari uit tot een dag ter ere van Sint Valentijn, beschermheilige van geliefden.
De ontwikkeling van Valentijnsdag
Onder invloed van literatuur en poëzie groeide Valentijnsdag tijdens de Middeleeuwen in populariteit. In Frankrijk en Engeland stuurden sommige geliefden elkaar op 14 februari liefdesverklaringen, dikwijls in de vorm van een gedicht. Geoffrey Chaucer vermeldde in zijn Parliament of Fowls uit 1382 dat vogels op 14 februari hun partner kiezen. Dit droeg in belangrijke mate bij aan de algemenisering van het idee dat Valentijnsdag een dag van liefde en verlovingen was.
Met de opkomst van de postbezorging en de massaproductie van ansichtkaarten kon Valentijnsdag in de negentiende en twintigste eeuw nog grotere vormen aannemen. Het versturen van Valentijnskaarten werd zo populair dat Esther Howland in 1847 de eerste commerciële Valentijnskaarten kon produceren. Deze Amerikaanse ondernemer staat daardoor nu bekend als de moeder van Valentijnskaarten. Met de opkomst van bloemenwinkels, chocolatiers en juweliers kreeg 14 februari steeds meer een commercieel karakter.
Vandaag de dag is Valentijnsdag een miljardenindustrie. Geliefden geven elkaar bloemen, geschenken, kaarten en etentjes. Bedrijven maken daar gretig gebruik van en promoten hun producten.
Valentijnsdag in de huidige cultuur
De meeste mensen associëren Valentijnsdag nog steeds met het vieren van romantische liefde, maar de interpretatie van liefde is inmiddels breder geworden. Er is meer aandacht voor zelfliefde, vriendschappen en zelfs liefde voor familieleden. Valentijnsdag is tegenwoordig een gelegenheid om waardering en liefde voor anderen uit te drukken, ongeacht de vorm die die liefde aanneemt.
De commercie rondom Valentijnsdag heeft een keerzijde; het legt druk op mensen om op een bepaalde manier liefde te uiten, vooral op financieel vlak. Niet iedereen heeft een romantische relatie. Voor sommigen kan de focus op het geven van geschenken en het vieren van liefde zelfs pijnlijk zijn. Daarbij wordt Valentijnsdag gezien als een dag die door de commerciële sector wordt uitgebuit en dat roept een gevoel van verplichting en oppervlakkigheid op.
Desondanks blijft de essentie van Valentijnsdag – het uiten van liefde en waardering – een universeel en tijdloos thema. De dag biedt een aanleiding om na te denken over waardevolle relaties en een kans om een liefdevolle verbintenis aan te gaan of te bevestigen.