De Vuursteenmijnen in valkenburg geven een unieke gratis blik op het leven van onze verre voorouders. Maar waar kijken we eigenlijk naar?
Het ontstaan van de vuursteenmijnen in Valkenburg
Lang voor de introductie van vlaaien en carnaval kolkt boven Limburg een zee. In de loop van vijfenzestig miljoen jaar levert dat een dikke laag kalksteen met vuursteenknollen en -platen op. Onze voorouders zijn gek op vuursteen, want het is zo hard als staal en zo broos als glas. Met een beetje handigheid en geduld kan je er messen, bijlen en speerpunten van maken. Dat maakt het materiaal onmisbaar om de dichtbegroeide oerbossen te lijf te gaan, landbouwgrond te creĆ«ren en te jagen en verzamelen. Geen wonder dus dat de vraag zo`n zesduizend jaar geleden – al voor de bouw van de hunebedden – enorm is. Dat maakt het de moeite waard om te gaan graven.
Werken in de vuursteenmijnen
Het is geen pretje in de vuursteenmijn. Eerst gaat het loodrecht naar beneden. Daarna lopen er nauwe horizontale schachten de aarde in. Er is amper genoeg ruimte om te bewegen. Als je de schachten ziet, vraag je je af of dit het werkterrein is van kleine mensen of kinderen. Hoe het er echt aan toeging zullen we helaas nooit weten. Het blijft prehistorisch terrein. Beschrijvingen, tekeningen of andere documentatie is afwezig. De herinnering is voorgoed verdwenen in de tijd.
De herontdekking van de vuursteenmijnen
Op zich is het al een wonder dat we tegenwoordig een blik kunnen werpen op dit stukje late prehistorie. Het is dat de moderne mens meerwaarde ziet in kalksteen en in de negentiende eeuw de voet van de Cauberg afgraaft. Dit ontbloot enkele prehistorische schachten die nu zorgvuldige zijn vrijgemaakt en afgeschermd zodat iedereen ze kan zien. Sinds 2003 zijn de vuursteenmijnen van Valkenburg een rijksmonument. Andere prehistorische vuursteenmijnen kan je bezoeken in Rijckholt – St. Geertruid.