Een neolithisch lexicon: Dolmen. Hunebed. Tumulus. Cairn. Grafheuvel. Menhir. Megaliet. Wat is het verschil tussen de betekenissen van deze termen? En misschien nog wel belangrijker: Wat zijn de overeenkomsten?
Het is best lastig om te begrijpen wat er met de verschillende woorden voor steentijdmonumenten wordt bedoeld; het online woordenboek van Van Dale geeft maar beperkt antwoord. Omdat de termen vaak door en naast elkaar gebruikt worden, heeft het even geduurd voor ik eruit dacht te zijn. En nog weet ik het niet zeker. Meestal is het – denk ik – als volgt:
Lexicon: Megalieten, hunebedden, dolmen
Een megaliet is een bouwsel van zware grote stenen, opgericht tussen 4000 en 2000 voor Christus. Letterlijk betekent het woord ‘grote steen’. Drentse hunebedden zijn megalieten. En Franse hunebedden of dolmens ook. Dolmen is het Bretonse woord voor ‘tafel van stenen’ en er worden meestal gewoon hunebedden mee aangeduid, maar dan in het buitenland. Ooit waren dolmens en hunebedden het middelpunt van grote grafheuvels, bestemd voor een of meerdere overledenen.
Lexicon: Cairn, tumulus
Bovenop de grote stenen lag een omvangrijke versteviging van kleinere stenen. Dat is de cairn. Over de cairn lag aarde en steengruis en dat maakte de tumulus compleet. Complete tumuli en cairns vinde je bijvoorbeeld in Schotland of in het Franse Bougon. In Nederland zijn de kleinere stenen – en dikwijls ook de grote – hergebruikt, bijvoorbeeld in dijken, maar in het buitenland kan je nog enkele complete grafheuvels bekijken. Niet alle grafheuvels komen uit de Steentijd; veel komen uit de brons- of ijzertijd. Je ziet ze bijvoorbeeld op de Veluwe. Deze zijn meestal kleiner dan de oorspronkelijke heuvels met hunebedden uit de Steentijd.
Steenkring, menhir
Steenkringen zijn ook megalieten, maar ze zijn nooit als grafheuvel gebruikt. En dan zijn er nog de menhirvelden en de alleenstaande menhirs. Sommige kringen hadden een astronomische functie. Menhirs hadden een religieuze functie, mogelijk in verband met de godincultus; er bestaan menhirs waar specifiek vrouwelijke vormen op zijn aangebracht. Menhir is het Bretonse woord voor ‘lange steen’. Obelix loopt ermee op zijn rug.
Zo zit het dus volgens mij. Nogmaals; wees niet verbaasd als deze termen incidenteel anders worden gebruikt.