Dolm

Tag

IJstijd

Wat is de ijstijd?

De term ijstijd verwijst naar een periode in de geschiedenis van de aarde waarin het klimaat aanzienlijk kouder was dan tegenwoordig. Grote delen van het noordelijk halfrond waren bedekt met enorme ijskappen, soms wel enkele kilometers dik. Deze koude periodes hebben zich in de afgelopen miljoenen jaren meerdere keren voorgedaan. Ze werden afgewisseld met warmere tussenperiodes, ook wel interglacialen genoemd.

De laatste ijstijd, het Weichselien, begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde zo’n 11.700 jaar geleden. Tijdens het hoogtepunt van deze periode, zo’n 20.000 jaar geleden, lag een groot deel van Noord-Amerika, Scandinavië en Noord-Europa onder een dikke laag ijs. In Nederland lag het ijs destijds tot aan het midden van het land. Het liet het opvallende sporen achter in het landschap, zoals stuwwallen, keileem en zwerfkeien.

Gevolgen van de ijstijd

De ijstijden hadden grote invloed op het landschap, de flora en fauna, en het leven van de prehistorische mens. Dieren als mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers trokken over de koude toendra’s. Mensen pasten hun manier van leven aan, door te jagen op groot wild en in grotten te schuilen voor de barre omstandigheden.

Na het einde van de laatste ijstijd begon het klimaat langzaam op te warmen. Het ijs smolt. Rivieren, meren en kustlijnen ontstonden zoals we die vandaag kennen. Ook het leven veranderde ingrijpend; bossen breidden zich uit en veel van de typische ijstijddieren verdwenen.

Waarom waren er ijstijden?

Ijstijden werden veroorzaakt door een combinatie van factoren, waaronder veranderingen in de stand van de aarde ten opzichte van de zon (de zogeheten Milanković-cycli), vulkanische activiteit, veranderingen in oceaanstromen en de samenstelling van de atmosfeer.

© 2025 Dolm

Theme by Anders Norén